Stephanie Klein Nagelvoort-Schuit

Stephanie is afdelingshoofd Interne Geneeskunde van het ErasmusMC en tevens lid van de Raad van Commissarissen van zorgverzekeraar CZ.

Beknopte biografie:

1975

1994-2000

2000-2004

2004-2008

2008-2010

2012-2015

2012-heden

 

 

2016-heden

2016-heden

geboren in Ommoord

geneeskunde, Erasmus Universiteit

PhD: Genetics of the Estrogen Signaling Pathway

AIOS interne Geneeskunde, Maasstad Ziekenhuis en Erasmus MC

Fellow Intensive Care, Erasmus MC

Co-founder and Board member: Dutch Society for Acute Medicine

Internist-Acute geneeskunde-intensivist Erasmus MC, met verschillende

nevenfuncties: opleider, afdelingshoofd SEH en momenteel afdelingshoofd Interne 

Geneeskunde, vice voorzitter stafconvent

commissielid Medisch Specialist 2025, Federatie Medisch Specialisten

Lid Raad van Commissarissen van zorgverzekeraar CZ


Ik spreek met Stephanie af op haar kamer in het ErasmusMC waar ze alle tijd neemt voor het interview en af en toe de rollen omdraait door, zoals als een goede opleider betaamt, mij het vuur aan de schenen te leggen over mijn eigen ambities. 

Wilde je altijd al dokter worden?

Ons gezin is voor het werk van mijn vader naar Amerika verhuisd toen ik acht jaar oud was. Na de middelbare school heb ik nog een jaar in Amerika gestudeerd. Mijn ouders lagen in scheiding en ik was in die periode druk bezig met mijn eigen identiteit. Ik voelde mij niet Amerikaans en de Europese mentaliteit sprak mij veel meer aan. Ik heb de brochure van de studie Economie naar Amerika laten sturen. Heel toevallig stond daar ook de studie Geneeskunde in en dat sprak mij nog meer aan. Het eerste jaar werd ik uitgeloot voor Geneeskunde en heb ik alsnog Economie gestudeerd. Dit kwam mij ook wel goed uit. Zo kon ik me richten op het studentenleven, opnieuw leren fietsen en kon ik mijn Nederlands nog wat bijspijkeren. Het jaar daarop werd ik ingeloot! 

 

Wist je al snel dat je internist wilde worden?

Aan het eind van mijn tweede jaar heb ik een keuzeonderwijs Endocrinologie gedaan en ik vond het geweldig. Ik merkte dat de Interne Geneeskunde bij mij paste, omdat het een breed vak is met veel wiskunde en fysiologie. Ik heb de docent van het keuzeonderwijs en mijn latere mentor, Huib Pols, gevraagd of ik onderzoek mocht doen bij de afdeling Endocrinologie. Het begon met het invoeren van vitamine D spiegels uit de ERGO studie. Uiteindelijk heeft dat geleid tot een promotietraject en een opleidingsplek. 

 

Hoe vond je het om te promoveren?

Ik deed epidemiologisch onderzoek en dat past heel goed bij mij. Promoveren gaf mij de vrijheid om mooie ideeën te verzinnen en daar meteen mee aan de slag te gaan. Daarnaast vind ik wiskunde leuk en vond ik niets fijner dan de hele dag logaritmes bouwen en werken in SPSS-statistiek. Voor mijn onderzoek moest ik ook lab-werk doen maar daar heb ik studenten voor gezocht. Pipeteren in een stoof is niets voor mij!

 

“Bij je keuze voor een promotieonderzoek moet je niet alleen kijken naar je interesse voor het onderwerp maar vooral of het type onderzoek bij je past.”

 

Het onderwerp ga je toch wel leuk vinden aangezien je binnen afzienbare tijd wereldexpert bent op dat specifieke gebied. Ik ben er ook van overtuigd dat je alleen moet gaan promoveren als je onderzoek doen leuk vindt. Als je er de passie niet uithaalt, dan zijn al die extra avonden en weekenden die je moet werken, een martelgang. 

 

Tijdens je opleiding tot internist, heb je uiteindelijk gekozen voor een fellowship Intensive Care, hoe ben je tot die keuze gekomen?

Tijdens mijn eerste opleidingsjaar van mijn specialisatie Interne Geneeskunde heb ik mij aangemeld voor een fellowship Endocrinologie omdat ik overtuigd was dat ik endocrinoloog wilde worden. Het liep echter toch anders. In mijn tweede jaar kreeg ik mijn eerste kindje en na mijn zwangerschapsverlof kwam ik voor een stage terecht op de Intensive Care. Op dat moment was ik chronisch vermoeid en stond mijn hele wereld op zijn kop. Gek genoeg vond ik de Intensive Care helemaal fantastisch. Ik bedacht me dat als ik het op dat moment zo leuk vond, dat ik het dan waarschijnlijk altijd leuk zou vinden. Ook Huib Pols adviseerde mij om mijn passie te volgen. Ik heb mijn fellowship Endocrinologie afgezegd en ik heb gesolliciteerd voor een fellowship Intensive Care.

 

“Ik heb geleerd dat je beslissingen niet altijd te rationeel moet maken en je soms gewoon je hart moet volgen.” 

 

Een voorbeeld hiervan is mijn eerste baan na het afronden van mijn opleiding tot Intensivist. Ik ben gaan werken op de Intensive Care in het IJsselland ziekenhuis, maar binnen het jaar heb ik ontslag genomen. Dit was niet bepaald rationeel want ik had me net ingekocht in de maatschap! Juist doordat ik deze stap heb genomen, werk ik nu op een plek die zoveel beter bij mij past. In het Erasmus MC kan ik meer tijd besteden aan wetenschap, management en opleiden. 

 

Wat zie jij veranderen in ons werk?

Management en organisatie worden steeds belangrijker. Onze gezondheidzorg is heel succesvol en dat zie je weerspiegeld in de hoge ranking in de Euro Health Consumer Index. Er wordt vanuit gegaan dat de belangrijkste reden hiervoor is, dat dokters actief meedenken in het organiseren van de zorg. Dit werk kan je er niet een beetje bij doen, maar het is een fulltime job waar je toegewijd aan moet werken om het verschil te kunnen maken. Binnen management zie ik ook veel ruimte voor onderzoek. Vanochtend heb ik een keynote lecture gegeven bij de Erasmus School of Health Policy and Management. We hadden het over medisch leiderschap en technologische ontwikkelingen zoals bijvoorbeeld disruptive innovation. Het was leuk om te zien hoeveel research ideeën hieruit naar voren zijn gekomen. 

 

Wat vind je het leukste aan je werk?

Tijdens mijn werk heb ik interactie met veel verschillende mensen, uit alle lagen van de bevolking. Mijn wereldbeeld is gevormd door een afspiegeling van de maatschappij. Als ik spreek met vriendinnen met fantastische carrières, hoor ik ze soms zeggen dat ze de hele dag bezig zijn met geld en de diepere betekenis achter hun werk missen. Impact hebben op andere mensen en de maatschappij geeft voldoening en dat maakt ons vak heerlijk. Dat je iets voor iemand anders mag betekenen en dat je er daar ook nog voor betaald krijgt! 

 

Wat vind je het minst leuk aan je werk?

Ik heb mezelf vijf jaar geleden een truc geleerd: omdenken. Ik ben altijd iemand geweest die van alles regelt, zoals roosters en AIOS vertegenwoordiging. Ik liep tegen allerlei dingen aan die niet goed liepen of die ik niet kon veranderen. Ik kon mij daaraan ergeren en in vastlopen. Toen heb ik met mezelf afgesproken: óf ik ga het niet meer doen, óf ik ga het als één groot spel zien. Dat laatste ben ik gaan doen. Ik neem het vak wel serieus, maar ik zie het als elke dag schaken op een heel groot schaakbord. ‘You win some, you lose some’. Ik kan best na een werkdag op de fiets naar huis denken: “Jammer dat het niet gelukt is” of “Dat heb ik niet handig aangepakt”, maar dat neem ik niet mee naar binnen. 

 

Heb je ooit klachten van een burn-out gehad?

Mijn man zegt altijd tegen mij: “Als jij niet op het randje van burn-out leeft, dan ben je niet happy”. 

En dat is ook zo. Gisterenavond zat ik tot 11 uur met een Trustfonds te vergaderen, vanochtend zit ik om 5 uur nog de dia’s voor mijn keynote lecture af te maken. Natuurlijk baal ik dan dat ik niet op tijd ben begonnen, maar het is ook een kick als ik het wel weer voor elkaar krijg. 

 

Hoe ouder ik word hoe beter ik mijn eigen grenzen herken en weet wanneer ik een avondje op de bank nodig heb. Vorig jaar is mijn moeder plots ziek geworden. Ik heb toen alles aan de kant gezet om elke avond naar mijn moeder te gaan. Na het overlijden van mijn moeder kreeg ik een berichtje van mijn lieve collega’s dat ze voor twee weken alle diensten van mij hadden overgenomen en dat ze mij voorlopig even niet op het werk wilde zien. De maanden daarna heb ik vooral veel geslapen. Pas het laatste half jaar ben ik weer op het werkniveau wat ik daarvoor had. 

 

Hoe combineer je werk en privé? 

Mijn man is orthopeed en samen hebben we twee kinderen. Mijn moeder zorgde veel voor onze kinderen en ze is zelfs bij ons in de straat gaan wonen. Daarnaast hebben we al tien jaar een hele lieve oppas. Die komt om zeven uur ’s ochtends binnen om het huishouden over te nemen en kookt ‘s avonds. 

 

Eén van mijn mentoren zei ooit tegen mij: “Ik gun je een leven zonder Albert Heijn.” Als je echt carrière wilt maken, dan moet je ook de keuze maken om dingen niet te doen. Dat vind ik het lastigste aan deze tijd. Tegenwoordig wil iedereen alles. Ik zit vaak met overspannen AIOS omdat ze een carrière willen opbouwen, een gezin stichten en dan ook nog elke avond willen koken. Mijn man en ik hebben jarenlang meer dan één salaris uitgegeven aan een schoonmaakster, goede kinderopvang en om niet te hoeven koken. Dat kost ‘een arm en een been’ maar daardoor was ik er honderd procent voor de kinderen als ik thuis was. Vrouwen hebben vaak het idee dat ze alles moeten kunnen, terwijl je veel beter vrede kunnen hebben met de realisatie dat je niet alles tegelijkertijd kan doen.

 

Hoe ben je terecht gekomen bij de Raad van Commissarissen van zorgverzekeraar CZ?  

Ik ben door een headhunter benaderd voor de baan. Dat was alleen al een hele ervaring. Ik vond het gek dat ik naar Amsterdam moest komen voor de afspraak, zij wilde mij toch spreken? Mijn vader lag helemaal in een deuk toen ik dat vertelde. Hij zei: “Heb je dan helemaal geen idee wat een headhunter doet? Natuurlijk moet je daar naar toe. Het hele idee is dat het in stilte gebeurt.” De sollicitatiegesprekken vinden plaatst in ruimtes zo ingericht dat niemand ziet dat jij daar zit. Het hele sollicitatieproces is ontzettend vertrouwelijk en ik had daar geen flauw benul van!

 

Tot dat moment was ik heel erg vanaf één kant met mijn vak bezig geweest, de klinische zorg en management taken in mijn ziekenhuis en landelijk gremia zoals de Federatie, de wetenschappelijke vereniging en het Zorginstituut, altijd vanuit de zorgverleners kant. De mogelijkheid om vanuit de zorgverzekeraar, met een ander perspectief, te mogen kijken naar hetzelfde vak, is ontzettend leerzaam. Bijna een kwart van de Nederlanders is verzekerd bij CZ en het gaat dus vaak om heel veel geld. Dat is de reden dat de Nederlands Bank ook betrokken is bij gesprekken over de financiën. Bij de start van mijn werk heb ik een spoedcursus financiën gekregen en zo kwam mijn interesse voor economie toch weer goed te pas. Als lid van de Raad van Commissarissen functioneer ik als sparringpartner voor de Raad van Bestuur. We denken mee over de inhoud, jaarcijfers en premiebepalingen. Mijn werk voor CZ neemt ongeveer een dag  per maand in beslag en een deel van mijn vrije tijd.

 

Je bent ook lid van de commissie Medisch Specialist 2025 van de Federatie Medisch Specialisten. Wat doe je daar precies?

We hebben met de commissie een visie neergezet voor hoe medisch specialistische zorg er in 2025 uit zou moeten zien vanuit het perspectief van de medisch specialist. Ik ben ambassadeur van het onderdeel netwerkgeneeskunde. We praten met collega’s, het ministerie van Volksgezondheid, ziekenhuizen en verschillende partijen uit het bedrijfsleven over de rol van de medisch specialist van de toekomst. We zullen steeds meer in netwerken samenwerken met andere specialisten, huisartsen en verpleegkundigen. Binnen dit netwerk is het niet altijd duidelijk bij wie de eindverantwoordelijk voor een patiënt precies ligt. 

 

Als ik kijk naar calamiteiten in het Erasmus MC zijn dat vaak patiënten waar multipele zorgverleners binnen en buiten het Erasmus MC betrokken zijn, ieder op zijn eigen eiland. In de scheidingslijn tussen die verschillende zorgverleners voelt niemand zich verantwoordelijk en kan de patiënt tussen wal en schip vallen. Hoe kan je dit oppakken? Moet één dokter de regie pakken? Wie moet dat dan zijn en wat hoort daarbij? Voelt de rest van het netwerk zich dan ook nog verantwoordelijk voor het resultaat? 

 

Daarnaast zien we dat hoe meer dokters zich sub-specialiseren, hoe beperkter hun algemene kennis wordt. Er komt een steeds groter terrein waar je onvoldoende kennis van hebt, maar ook een groter gebied waarvan je niet eens weet dat je de kennis mist. Dan is de vraag: Heb je als hoofdbehandelaar de skills om tijdig te herkennen wanneer je een andere specialist in consult moet vragen?

 

Het werken met patiënten geeft mij heel veel voldoening, maar het mogen werken aan het gezondheidszorgsysteem vanuit verschillende invalshoeken en het bouwen aan de toekomst van het systeem verrijkt mijn werk nog meer. 

 

Wat zijn je ambities voor de toekomt? 

Toen mij deze vraag vijf jaar geleden gesteld werd, zei ik beschaamd dat ik over vijf jaar opleider wilde zijn. Destijds vond ik dat ik dat eigenlijk niet kon zeggen omdat het veel te ambitieus klonk. Ruim binnen die vijf jaar was ik al opleider. Hier heb ik van geleerd dat je vooral moet durven dromen en dat het belangrijk het is om doelen te stellen. Zelfs al lijkt het doel op dat moment nog zo ver weg.

 

Ik ben net begonnen als afdelingshoofd Interne Geneeskunde en op deze plek heb ik nog veel ambities die ik wil waarmaken. Verder wil ik mijn tijd steken in ‘thought leadership’ over toekomst van de zorg. Momenteel doe ik een innovatie project met de TU Delft, genaamd Spreekkamer 2030. Dit gaat over de spreekkamer van de toekomst en hoe we technologie zo goed mogelijk kunnen integreren. 

 

Hoe gaan wij als dokters ervoor zorgen dat bedrijven zoals Phillips gaan ontwikkelen wat wij nodig hebben? Ze ontwikkelen nu al veel mooie dingen, maar er zijn genoeg dingen die nog niet ontwikkeld zijn die jij en ik hard nodig hebben. Zoals systemen om een zorgnetwerk werkbaar te maken. Ik schaam me diep als ik een fax moet gebruiken om patiënten informatie naar een ander ziekenhuis te sturen.

 

"Dan hoor ik mezelf tegen de patiënt zeggen: “Maar als u zeker wilt weten dat het er echt snel is, dan moet u het dossier zelf even langsbrengen”. 

 

Ik hoop dat we in de toekomst een systeem hebben waar alle zorg gerelateerde patiëntgegevens, van alle zorgleveranciers, in één overzichtelijk systeem gevonden kunnen worden. Zodat ik als internist ook kan lezen wat de huisarts en wijkverpleegkundige opschrijven. Dit systeem bouwen is heel complex maar daar moeten we heen. Dat is mijn ambitie.

 

Heb je nog een tip voor jonge dokters?

Accepteren dat je niet alles tegelijkertijd kan doen en beseffen dat je ambitie met vlagen komt. Er zullen momenten komen, dat je zo druk bent met andere dingen, dat je ambitie vervaagt. Vaak komt die ambitie wel weer terug als je je leven op een goede manier inricht.

 

Reactie schrijven

Commentaren: 0