Sarwa Darwish Murad

Sarwa is opgegroeid met een flinke dosis idealisme en ambitie en ze heeft op jonge leeftijd al een indrukwekkende wetenschappelijke en internationale carrière opgebouwd. Momenteel is ze medeverantwoordelijk voor het levertransplantatieprogramma in het Erasmus MC.

Beknopte biografie:

1979

1991-1997

1997-2004

2004-2007

 

2007-2010

2010-2011

2011-2016

2016-heden

geboren in Irak

VWO in Spijkenisse

Geneeskunde met extra Master of Science in Health services research, ErasmusMC

PhD “Budd-Chiari syndroom: nieuwe inzichten in pathogenese, etiologie en behandeling”

vooropleiding Interne Geneeskunde Mayo Clinic, Verenigde Staten

research fellow, afdeling transplantatiechirurgie, Mayo Clinic, Verenigde Staten

AIOS MDL

Hepatoloog Erasmus MC


Toen ik Sarwa benaderde voor een interview vertelde ze me dat ze in het verleden dezelfde wens had gehad om succesvolle vrouwen te interviewen. Ze heeft zelf namelijk een vrouwelijk rolmodel gemist. Iemand die enerzijds heel ambitieus is, maar ook dicht bij zichzelf is gebleven. Ik spreek Sarwa in het stafcentrum van de MDL in het Erasmus MC, waar ze na een lange dag poli alle tijd maakt voor dit interview.

 Je bent in Irak geboren. Wist je al op jonge leeftijd dat je Geneeskunde wilde studeren?

Ik ben inderdaad in Bagdad geboren en mijn familie is van Koerdische afkomst. We zijn politiek vluchteling uit de tijd dat Saddam Hussein de macht had. Mijn vader, werktuig bouwkundig ingenieur, is uit idealisme en weigering zich te voegen bij het dictatuur, gevangen genomen door het regime. Dit was de reden dat mijn moeder en ik naar Teheran zijn gevlucht. Vier jaar later kon mijn vader Irak ontvluchten en zijn wij uiteindelijk in Nederland beland. Ik was toen zes jaar. We hebben eerst in Winterswijk gewoond en toen ik elf jaar was zijn we naar de Randstad verhuisd. Rond die tijd wist ik al dat ik dokter wilde worden. Het was mijn droom om mensen te helpen. Mijn jeugd heeft mij zeker gevormd en idealistisch gemaakt. Het is mij met de paplepel ingegoten dat je moet vechten voor je idealen, ambitieus moet zijn en nooit mag opgeven.

 

Hoe vond je de Geneeskunde opleiding?

Ik had mij zo ontzettend verheugd op de opleiding, dat het eigenlijk een beetje tegen viel. Na het eerste jaar begon ik mij te vervelen en kreeg ik het aanbod om een onderzoeksmaster te doen aan het NIHES. Dat was mijn eerste kennismaking met de wetenschap. Ik heb onderzoek gedaan op epidemiologisch niveau. Gedurende de opleiding is een voorliefde ontstaan voor de MDL ziekten. Mijn begeleider van de onderzoeksmaster is getrouwd met een MDL arts. Hij wilde mij graag ontmoeten naar aanleiding van een artikel van mij dat hij onder ogen had gekregen. Dat maakte dat ik in mijn vierde studiejaar een promotieplek aangeboden kreeg. 

Ik heb specifiek gekozen voor het onderwerp ‘Budd-Chiari syndroom' omdat er nog zo weinig bekend over was. Ik kreeg de kans een groot multicenter onderzoek te helpen coördineren en uit te voeren. In mijn promotie onderzoek heb ik veel internationale netwerken opgebouwd, waaronder met de Mayo Clinic in Rochester, Minnesota.

 

Je bent ook in de Mayo Clinic gaan werken, hoe ben je daar terecht gekomen?

Aan het eind van mijn Geneeskunde opleiding ben ik naar de Mayo Clinic gegaan voor mijn oudste coschap en mijn onderzoek. Tijdens deze periode heb ik daar mijn man leren kennen, die toen in opleiding was tot oncoloog. We hebben hierna nog drie jaar een lange afstand relatie gehad terwijl ik mijn promotie in Nederland heb afgerond. Naast mijn promotie heb ik het USMLE (United States Medical Licensing Examination) gehaald om in de Verenigde Staten te kunnen werken. 

 

In Nederland was mij tijdens mijn promotieonderzoek al een MDL opleidingsplek toegezegd en ik wilde mijn vooropleiding Interne Geneeskunde bij Mayo Clinic doen. Ernst Kuipers (huidig CEO ErasmusMC) was destijds nog afdelingshoofd en die stimuleerde mij om naar de Mayo Clinic te gaan, maar hij zei dat ik wel terug moest komen. Toen de RGS (Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten) bezwaar maakte tegen mijn vooropleiding in de Verenigde Staten, heeft hij ze een brief gestuurd en daarmee was het rond.

 

Bij de Mayo Clinic heb ik een driejarige vooropleiding Interne Geneeskunde gedaan en daarna nog een research fellowship van één jaar. Dit research jaar was ontzettend leuk en mijn favoriete jaar in de Verenigde Staten. Ik heb een Amerikaanse multicenter trial opgezet dat de uitkomsten onderzocht van neoadjuvante chemoradiatietherapie gevolgd door levertransplantatie bij patiënten met perihilair cholangiocarcinoom. 

 

Hoe was het om in de Mayo Clinic te werken?

Daar werken is heel anders dan hier. Het is heel hard werken, want je hebt een contract voor 80 uur en het ziekenhuis draait vierentwintig uur per dag op volle kracht. Aan de andere kant werkt het ook heel frustratie loos omdat de logistiek zo goed geregeld is. Als je bijvoorbeeld in de nachtdienst een patiënt opneemt in het ziekenhuis, kan je bij deze patiënt vóór de ochtendoverdracht een MRI scan van de hersenen, een CT scan en een ERCP doen. De wereldexperts zitten om je heen en onderzoeksprojecten opzetten gaat heel soepel omdat iedereen denkt in kansen en mogelijkheden.

 

Waarom ben je terug naar Nederland gekomen?

Mijn man was inmiddels stafarts in de Mayo Clinic bij de Oncologie en we begonnen steeds meer na te denken over waar we ons wilde vestigen voor ons werk en onze toekomstige kinderen. Dit was een belangrijk keuzemoment. Als ik echt volledig voor mijn werk wilde gaan dan moest ik voor mijn gevoel in de Mayo Clinic blijven omdat het zo waanzinnig is om daar te werken. Aan de andere kant zag ik super ambitieuze en succesvolle vrouwen om mij heen die hun kinderen nauwelijks zagen. Toen is het bij mij gaan knagen en dat heeft het er toe geleid dat ik mijn ‘jetvliegtuig-vlucht’ een beetje ben gaan afremmen. De work-life balance is beter in Nederland en ik vind het belangrijk dat de kinderen opgroeien met familie om zich heen. De ouders van mijn man waren terugverhuisd naar Griekenland en door terug te verhuizen naar Nederland waren we dichter bij onze beider families. 

 

In Nederland ben ik verder gegaan met mijn opleiding tot MDL arts. Gedurende mijn vooropleiding heb ik gemerkt dat ik de meeste affiniteit heb met levertransplanties. Wat mij aanspreekt is het behandelen van hele zieke patiënten die je toch nog iets kan bieden. Daarnaast spreekt de grote organisatorische kant van het levertransplantatieprogramma mij aan. Het schijnt dat ik een paar jaar geleden bij professor Metselaar (hoogleraar levertransplantaties in het ErasmusMC) op zijn deur heb geklopt en heb gezegd: “Ik wil jouw baan. Wat moet ik doen?”. Hij is de grondlegger van de levertransplantatie in het ErasmusMC, een zeer betrokken arts en een leider met sterke personal skills. Een moeilijk persoon om op te volgen dus!

 

Wat is je huidige functie?

Ja, nu heb ik zo’n soort baan. Ik ben MDL arts-hepatoloog en medisch programmaleider van het levertransplantatie programma. Ik stuur een gemotiveerd verpleegkundig team aan en ben grotendeels verantwoordelijk voor de zorg voor en na de levertransplantatie. Ik doe dit samen met een chirurgisch programmaleider en een groot ondersteunend team. Boven ons zitten twee hoogleraren die dit werk jaren hebben gedaan en het nu aan ons uit handen geven. Dit is een hele leerzame constructie. Daarnaast doe ik wetenschappelijk onderzoek met twee getalenteerde promovendi. Ik ben heel lang zoekende geweest, maar ik heb nu echt het gevoel dat ik op mijn plek zit.

 

Momenteel werk ik vijf dagen per week, waarvan ik één dag per week thuis kan werken. Het is heel fijn om even weg te zijn van de hectiek van de kliniek en het geeft mij de mogelijkheid om echt conceptueel na te denken over waar dingen naar toe moeten en om wetenschap te bedrijven. Dat geeft mij veel werkplezier.

 

Hoe combineer je werk en privé?

Ik ben vrij ambitieus van mijzelf en ik heb altijd een duidelijke stip op de horizon gehad. Op het moment dat je een gezin hebt moet je je tijd opnieuw gaan verdelen. De balans is een ‘ongoing struggle’ en ik vind het nog steeds moeilijk om tegen leuke projecten ‘nee’ te moeten zeggen. Ik word wel steeds beter in het bepalen van waar ik gelukkig van word, wat ik echt belangrijk vind en hoe ik mijn tijd het meest effectief kan gebruiken. Op den duur word je een soort manager van je werk en je privé.

 

Mijn gezin bewaakt dit ook wel. Als ik een keer ’s avonds tot laat op mijn werk ben en merk dat ik mega productief ben, dan betrap ik mijzelf erop dat ik dat elke avond wel zou willen! Gelukkig krijg ik dan wel een probleem met mijn kinderen die willen dat ik naar huis kom. Ik heb twee kinderen van vier en zes jaar en die gaan een hele leuke fase in. Het zijn allebei geen muurbloempjes, dus daar hebben we onze handen vol aan. Mijn man is even ambitieus, maar kan goed relativeren en de stekker er bij mij uittrekken. 

 

Ik geniet heel erg van de kinderen in het weekend en ik ben de regelneef van het gezin. Het huishouden is grotendeels uitbesteed, toch zit ik thuis niet stil. Ik kan niet tegen rommel en ik ben dus constant aan het opruimen. Mijn man gaat mopperen als hij mij een wasje ziet doen, want hij vindt dat ik niet de carrièrevrouw ben geworden om dan ‘s avonds ook nog de was te draaien. Hij neemt de zorg voor de kinderen nu voor een groot deel voor zijn rekening. Voor volgend jaar heeft hij een mooie functie aangeboden gekregen in de Mayo Clinic. Voor deze functie zal hij dan, om en om, twee maanden daar werken en twee maanden thuis zijn. We zullen dan weer een nieuwe balans moeten vinden. 

 

Heb je ook wel eens een burn-out gehad?

Ik heb meerdere momenten gehad waarbij ik overliep. Ik merk dit vooral als mijn plezier in mijn werk verminderd en ik niet meer creatief kan zijn. Ik blijf wel doorgaan en val niet om. Meerdere mensen hebben wel eens hun vraagtekens gezet bij waarom dat nog niet gebeurd is. Als ik merk dat ik overloop, trek ik me meer terug en zeg ik vaker nee. Als ik mij goed voel pak ik ook meteen weer veel projecten op. Het dus een beetje een vicieuze cirkel, waarbij ik mezelf uiteindelijk weer moet afremmen. Helaas ben ik nog niet zover dat ik strategisch ‘vrije ruimte’ inplan voor dat soort momenten, zodat ik drukte kan opvangen. 

 

Wat zijn je hobby’s?

Ik ben iemand die moeilijk kan ontspannen, maar op het strand in Griekenland kan ik dat wel. We gaan vaak op vakantie naar mijn schoonouders die op Lesbos wonen. Het is een gevoel van thuiskomen omdat we daar omringd worden door mensen om wie we geven en het leven daar langzamer lijkt te gaan. Mijn man en ik gaan dan meestal een paar dagen naar Athene voor wat ‘quality time’, terwijl de kinderen bij opa en oma blijven. Vroeger nam ik nog mijn laptop mee om e-mails te beantwoorden en eindelijk een hoofdstuk voor dat ene boek te schrijven. Dit heb ik echt moeten afleren omdat ik merk dat ik daardoor het vakantiegevoel mis. Tijdens zo’n vakantie verslind ik ook graag een paar boeken.

 

Heb je nog een boekentip?

Griet op den Beeck, Annejet van der Zijl en Elena Ferrante zijn een paar van mijn recente favoriete schrijvers. Verder zeker ook Leo Tolstoy, Ernest Hemingway en Zadie Smith. Ik lees graag over persoonlijkheden, wat ze drijft en hoe ze reageren op wat ze meemaken.

 

Wat is je ambitie voor de toekomst?

Eigenlijk is mijn carrièreplanning in een stroomversnelling terecht gekomen. Ik had niet verwacht dat ik nu al programmaleider van het levertransplantieprogramma zou zijn, want ik was nog niet eens één jaar staflid toen ik begon. Als je mijn man en mijn baas vraagt waar ik over vijf jaar sta zullen ze hoogleraar zeggen, maar ik weet het nog niet. Ik vind het heel leuk om nieuwe onderzoeksvoorstellen te bedenken, promovendi te begeleiden en de grenzen van ons vak op te zoeken. De titel die daarbij hoort maakt mij niet zoveel uit. Ik vind met name de inhoud belangrijk en om met het team goede patiëntenzorg te leveren. 

 

Heb je nog advies voor jonge dokters?

Om mij heen zie ik dat er steeds meer waarde wordt gehecht aan de parttime werken en een baan die makkelijker is te combineren met een privéleven. Ik vind het zonde om soms te zien dat er op jonge leeftijd al voor de “makkelijke” weg gekozen wordt. Je hebt dan nog niet geproefd hoe leuk het is om een baan te hebben die je helemaal grijpt. Het is mijn hoop dat jonge dokters niet te pragmatisch kiezen, maar juist voor het vak kiezen waar ze passie voor hebben. De oplossing hiervoor is dat we betere arbeidsomstandigheden creëren waardoor we het langer volhouden en we graag vier tot vijf dagen willen werken. Raak het enthousiasme dus niet kwijt en bedenk je dat alles te combineren is, als je maar weet waarvoor je het doet. Denken dat een baan te lastig of te zwaar is, is zonde van ons potentieel.

 

Reactie schrijven

Commentaren: 0