Wietske is opgeleid tot chirurg. Ze is tijdens haar carrière steeds meer bestuurlijke functies gaan bekleden en dit beviel zo goed dat ze in 2017 de definitieve overstap maakt naar ziekenhuisbestuur, als lid van de Raad van Bestuur van het Maasstad Ziekenhuis.
Beknopte biografie:
1971
1990-1997
2000-2006
2003
2006-2017
2015-2017
2017-heden
Geboren in Enschede
Geneeskunde Erasmus Universiteit Rotterdam
AIOS Chirurgie
“Mesh repair of hernias of the abdominal wall”
Chirurg St. Franciscus Gasthuis
Voorzitter bestuur Vereniging Medische Staf Franciscus Gasthuis en Vlietland
Raad van Bestuur Maasstad Ziekenhuis
Onderweg naar een eerdere afspraak met Wietske bedacht ik het idee voor dit blog. Ik was heel benieuwd naar haar overwegingen voor haar overstap van de chirurgie naar Raad van Bestuur. Met het idee dat dit wellicht voor meer mensen interessant is om te lezen, is dit blog ontstaan. We spreken opnieuw af bij onze thuisbasis, het Maasstad Ziekenhuis.
Waarom ben je Geneeskunde gaan studeren?
Mijn moeder vertelde laatst dat ik op hele jonge leeftijd al riep dat ik dokter wilde worden. Ik kan mij dat zelf niet zo herinneren. Toen ik in vijf VWO zat heb ik nog nagedacht over een technische studie, maar uiteindelijk heb ik toch voor Geneeskunde gekozen omdat ik geïnteresseerd was in hoe het menselijk lichaam werkt en hoe je patiënten beter kan maken.
Hoe vond je de Geneeskunde opleiding?
Ik vond de opleiding schools, waarbij je de tentamens kon halen door toetsen te leren die onder de studenten circuleerden. Het wetenschappelijk gehalte vond ik niet altijd even hoog. Tegenwoordig is dit volgens mij wel beter en wordt er ook meer aandacht geschonken aan maatschappelijke kwesties, waardoor je als dokter beter voorbereid bent op de ingewikkelde rol die je moet spelen.
Wanneer wist je dat je chirurg wilde worden?
Tijdens mijn coschap chirurgie merkte ik dat het een heel divers vak is. Het teamwerk en de snelle resultaten spraken mij erg aan. Aan het eind van mijn coschappen kreeg ik een baan als arts-onderzoeker bij de afdeling heelkunde van het Erasmus MC aangeboden. Ik vond het heel leuk om klinisch onderzoek te doen en het leek mij een mooie manier om binnen te komen bij de opleiding tot chirurg. Het was een gezellig tijd, waarbij ik veel heb samengewerkt met mijn medeonderzoekers. We konden veel van elkaar leren op het gebied van onderzoek, maar we hebben ook genoeg geborreld en samen het jaarlijkse skiweekend georganiseerd. Na twee jaar promotieonderzoek heb ik gesolliciteerd voor een opleidingsplek en ben ik als AIOS chirurgie begonnen in het Zuiderziekenhuis, één van de voorlopers van het Maasstad Ziekenhuis.
Het was best hard werken in het Zuiderziekenhuis want we moesten soms met zijn zessen de vierentwintiguurs diensten verdelen. In deze periode heb ik tussendoor nog wat aan mijn proefschrift gewerkt. Toen ik in mijn vierde opleidingsjaar terugkwam in het Erasmus MC heb ik mijn onderzoek afgemaakt en ben ik gepromoveerd.
Waar ben je als chirurg gaan werken na je opleiding?
Ik heb mijn opleiding in het St. Franciscus Gasthuis afgerond en toen ik daar net een half jaar fellow was geweest kwam er een plek vrij. Ik mocht als eerste vrouw tot de maatschap toetreden. Ik heb dat zelf toen niet zo gemerkt, maar bij mijn vertrek uit het St. Franciscus Gasthuis wisten sommige medewerkers me nog te vertellen hoe bijzonder zij dat destijds vonden.
Waar komt je ambitie vandaan om de zorg te verbeteren?
Gedurende mijn periode in het St. Franciscus Gasthuis merkte ik dat je als chirurg nog zo goed een oncologische patiënt kan opereren, maar dat als de zaken er omheen niet goed geregeld zijn, de zorg alsnog niet goed verloopt. Het was mijn doel de voorlichting, overleg en logistiek te optimaliseren, om zo de kwaliteit van zorg en de ervaring van de patiënt te verbeteren.
Destijds was er nog een algemene oncologiebespreking. Dit was het begin van het huidige, meer sub-gespecialiseerde, multidisciplinair overleg (MDO) met als doel samen voor de patiënt het beste behandelplan te maken. Radiotherapeuten, radiologen en oncologen hadden deze ‘tailor-made’ zorg ook voor ogen en we gingen steeds nauwer samenwerken. Daarnaast gingen de mammacare verpleegkundigen zich steeds meer een eigen rol toe-eigenen en zo ontstond een heel gespecialiseerd team om de patiënt heen.
De rol die ik heb gespeeld in de ontwikkeling van het regionale MDO voor borstkanker vond ik één van de leukste en nuttigste dingen om te doen. Door het multidisciplinaire karakter houdt iedereen elkaar scherp, kunnen ook de nieuwste ontwikkelingen ingezet worden voor de patiënt en is deelname aan meer wetenschappelijke studies mogelijk.
Daarnaast heb ik een rol gespeeld in de opzet van het behandeltraject voor borstkankerpatiënten in het St. Franciscus Gasthuis. Dat ontwikkelde zich steeds verder door en er viel altijd wel weer iets te verbeteren. Ik vind het heel leuk om te merken dat dit ook verder gaat, nu ik weg ben. Zo sprak ik recent mijn oud-collega, die vertelde dat ze tegenwoordig bijna alle borstsparende operaties en reconstructies samen met de plastische chirurg doen. Het doel is niet alleen goede radicaliteit te behalen maar ook om mooiere borstreconstructies te krijgen. Dan zie je hoe belangrijk het is dat je je als dokter blijft ontwikkelen zodat je kennis en kunde ‘up-to-date’ is.
Waarom ambieerde je een functie binnen het stafbestuur van het St. Franciscus Gasthuis?
Voor mijn gevoel moeten dokters hun rol pakken omdat er zoveel vraagstukken zijn waar we over mee moeten denken. Ik ben begonnen als lid van het stafbestuur. Op dat moment waren we druk bezig met de naderende fusie met het Vlietland ziekenhuis. We dachten na over vragen als: ‘Hoe kunnen we elkaar versterken?’ ‘Kunnen we de processen verbeteren door de zorg te lateraliseren?’ Ik merkte al snel dat je dat niet per vakgroep kan beslissen, maar dat je dit met de hele staf moet doen. Vrij vlot kwam de functie van voorzitter vrij en heb ik die rol op mij genomen. Ik had zeggenschap in welke lijn we als ziekenhuis gingen uitzetten en dat vond ik ontzettend leuk en uitdagend om te doen.
Waarom heb je gekozen om je volledig op het bestuur te richten?
Ik ben bij mijzelf te raden gegaan wat ik wilde gaan doen als ik zou stoppen met het voorzitterschap. Wilde ik dan weer fulltime als chirurg gaan werken voor de komende twintig jaar of wil ik iets anders doen? In mijn functie als chirurg zat niet meer de beweging die ik zocht en ik besloot mij te verdiepen in ziekenhuisbestuur. Een uitgelezen kans kwam voorbij toen ze in het Maasstad Ziekenhuis een bestuurder zochten met een medisch-inhoudelijke portefeuille. De vacature paste zo goed bij mij dat ik, voor mijn gevoel, gek zou zijn als ik niet zou solliciteren!
De kans om het grotere geheel te beïnvloeden en de zorg te verbeteren voor een grote groep patiënten is uiteindelijk de reden dat ik voor ziekenhuisbestuur heb gekozen. Ik krijg de kans om zelf te bepalen welk beleid en thema’s ik uit wil zetten.
Voor welk thema maak jij je hard?
Ik denk dat verpleegkundigen meer invloed moeten krijgen op het ziekenhuisbeleid. Naast dat dokters belangrijk zijn voor het reilen en zeilen van een ziekenhuis, zijn de verpleegkundigen dat ook. Verpleegkundigen staan tijdens hun werk heel dicht bij de patiënt. In mijn huidige functie ben ik gesprekspartner voor de Verpleegkundige Advies Raad.
In het St. Franciscus Gasthuis merkten we dat onze mammacare verpleegkundigen naar cursussen gingen die niet goed aansloten bij hun wens om een goede gesprekspartner te zijn voor de patiënt. Hierop besloten we via een stichting zelf een mamma- en colonopleiding te ontwikkelen. Ik merkte toen al dat niet alleen dokters, maar ook verpleegkundige, zich heel graag verder willen ontwikkelen. Dat stimuleer ik graag.
Hoe was het om te stoppen met je werk als chirurg?
Het was niet dat ik de chirurgie niet meer leuk vond. Afscheid nemen van de patiënten die ik behandeld heb was soms echt moeilijk. Patiënten die behandeld waren in verband met borstkanker kende ik vaak goed en zag ik soms al jaren. Maar ook de groep patiënten die ik behandeld had in verband met een navelbreuk en een rectus diastase vond ik lastig om los te laten. Meestal waren dit vrouwen die na meerdere zwangerschappen een complex buikwandprobleem hadden ontwikkeld. Vaak wordt dit probleem onvoldoende onderkend en wordt alleen de navelbreuk geopereerd. Ik opereerde deze patiënten samen met de plastische chirurg waarbij ik een retromusculaire mat plaatste via de incisie van een buikwandcorrectie. De plastisch chirurg kon via deze incisie, in één tempo, de buikwandcorrectie doen. Dit zorgde vaak voor problemen met de vergoeding bij de zorgverzekeraar maar het leverde hele dankbare patiënten op. Het opereren van een rectusdiastase is geen ‘common practice’ en ik denk dat het van grote meerwaarde is voor een specifieke groep patiënten.
Wat ik niet mis, is het opereren van patiënten die ik niet ken van de polikliniek. Ik vond het altijd leuk om mijn eigen patiënten te opereren omdat je de persoon kent en precies weet wat je samen hebt besproken. Ik merkte dat ik op die manier een beter resultaat behaalde en een prettigere band had met de patiënt.
Hoe bevalt je werk als lid van de Raad van Bestuur?
Dit is weer een hele andere rol omdat je niet de staf vertegenwoordigt, maar eindverantwoordelijk bent voor het hele ziekenhuis. Mijn dagen bestaan voornamelijk uit vergaderen. Je kijkt met alle partners binnen en buiten het ziekenhuis of je op de goede weg bent. Dit gaat niet alleen over de zorg, maar ook over het gebouw, het personeel en eten en drinken. We maken constant afwegingen. 'Past deze keuze bij wat we willen bereiken?' 'En kunnen we het betalen?'
Momenteel zijn we druk bezig met het optimaliseren van de netwerkzorg. Dit zijn we aan het afstemmen met bijvoorbeeld de eerstelijn, verpleeghuizen en andere ziekenhuizen in de omgeving. Een voorbeeld hiervan is het Anser prostaatcentrum dat sinds kort in het Maasstad Ziekenhuis gevestigd is. Zeven ziekenhuizen in west Nederland verwijzen hun patiënten met prostaatkanker voor een robot geassisteerde radicale prostatectomie naar het Maasstad Ziekenhuis. Om dit initiatief tot een succes te maken ondersteun ik bij het verbinden tussen de verschillende partijen.
Is dit wat je van je functie verwacht had?
Ja, ik ben constant bezig om de strategische ideeën die ik voor ogen heb te realiseren. Dit gaat over een grote variatie aan onderwerpen, van goede geboortezorg tot zorg voor kwetsbare ouderen. Het is heel breed en divers werk.
Wat is je ambitie voor de toekomst?
Ik werk hier nu pas een jaar en ik vind mijn functie heel leuk en inhoudelijk goed bij mij passen. Ik hoop dat ik deze rol nog voor een heel aantal jaar kan vervullen. Uiteindelijk ben ik niet als chirurg begonnen met de ambitie om ziekenhuisbestuurder te worden, dus wie weet wat ik nog meer ga doen.
Hoe combineer je werk en privé?
Als ik niet werk ben ik zoveel mogelijk thuis om tijd met mijn man en kinderen door te brengen. We hebben twee kinderen die naar de middelbare school gaan. Mijn man heeft een vrij flexibele baan en vangt thuis het nodige op. Daarnaast hebben we twee dagen per week een oppas. Zij zet thee voor de kinderen als ze thuiskomen uit school, doet de was en kookt ’s avonds. Het is heel fijn om dit voor een deel uit te besteden.
Heb je een hobby?
Ik heb niet echt een hobby. Mijn vrije tijd breng ik het liefst door met het gezin. We gaan graag naar de film, lekker uit eten of een weekendje weg. We zijn pas nog een paar dagen naar Athene geweest.
Wat is het beste advies dat je zelf ooit hebt gekregen?
In mijn periode als stafvoorzitter was er een coach aangetrokken voor het verbeteren van het functioneren van het stafbestuur. We kregen ook een aantal persoonlijk sessies met de coach en dat heeft mij enorm geholpen. Het was een moment om even stil te staan bij waarom ik het werk zo leuk vond en hoe ik kon zorgen dat het nog leuker werd. Dit heeft mij gemotiveerd verder te gaan met verdiepende opleidingen en cursussen op het gebied van medisch leiderschap en financiën, om mij voor te bereiden op een volgende stap.
Heb je nog een advies voor (jonge) dokters?
Natuurlijk heb je ‘ups en downs’ in je werk, maar aan het eind van de dag moet je er echt energie van krijgen. Als medisch specialist of bestuurder, houd je het niet vol als je niet echt plezier hebt in je werk. Ik zie te veel mensen die een keus hebben gemaakt, niet echt gelukkig zijn en in dat stramien door blijven ploeteren. Het is jammer dat er hoogopgeleide professionals zijn, die te lang in dezelfde functie blijven hangen. Sommige specialisten zouden meer toegevoegde waarde hebben als ze eens zouden switchen van ziekenhuis of door een andere rol aan te nemen.
Probeer eerlijk tegen jezelf te zijn en vraag jezelf af: “Heb ik een toegevoegde waarde?” en “Word ik er zelf blij van?” Als het antwoord twee keer ‘ja’ is, ben je op de goede weg. Als dat antwoord ‘nee’ is, durf dan ook eens verder te kijken. Schroom niet om er met een coach over te sparren.
Reactie schrijven