Esther Cornegé is een gedreven klinisch geriater, werkzaam in het Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ) in Den Bosch en één van de vooraanstaande vertegenwoordigers van de medische wereld. Behalve klinisch geriater is ze voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Geriatrie (NVKG) en speelt ze een belangrijke rol als voorzitter van Medisch Specialist 2035. Ik (Fenna) sprak haar via Zoom over haar passie, drijfveren en werkzaamheden.

Kijken naar de mens in zijn totaliteit, niet enkel naar één orgaansysteem, maar ook de relaties tot somatische ziektes. Het complete verhaal aanhoren en beoordelen, van het functioneren van een patiënt tot het sociale plaatje en de cognitieve functies. Dat is wat Esther Cornegé het liefste doet: complexe zorg leveren. Sinds haar oudste coschap weet ze dat dit voor haar nog beter past dan huisarts – hetgeen ze altijd wilde worden. “Voorheen riep ik altijd dat ik huisarts wilde worden. Ik zocht iets wat een goede voorbereiding hierop was voor mijn laatste jaar en zo kwam ik terecht bij de geriatrie. Toen ik met het coschap bezig was, dacht ik: dit is de zorg die ik wil leveren!” Dat ze dan geen huisarts werd, was voor haar geen probleem. Ook in de klinische geriatrie kijk je naar het hele plaatje, ga je samen het gesprek aan om te bepalen wat de doelen van de patiënt zijn, wat nu echt belangrijk is en welke zorg waarde toevoegt. Met de variëteit van ziektebeelden en medicatie zit het complexe van de huisartsenzorg ook in dit vak, mét de reuring van het ziekenhuis. “Ik hou er wel van om iemand die septisch binnenkomt weer opgeknapt naar huis te laten gaan!”

Beknopte biografie
2003-2009 Geneeskunde Universiteit Utrecht
2010-2015 Opleiding tot Klinisch Geriater, regio Midden
2011-2015 jNVKG bestuur, eerst secretaris, vanaf 2013 als voorzitter
2014-2024 lid beroepsbelangen commissie NVKG
2015-heden Klinisch Geriater Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ)
2017-2023 Medisch Manager Klinische Geriatrie JBZ
2020 Medisch Manager Covid afdelingen JBZ
2022 voorzitter Nederlandse Vereniging voor Klinische Geriatrie (NVKG)
2023 voorzitter Medisch Specialist 2035 - meerjarenvisie ontwikkeling Federatie Medisch Specialisten
Van middelbare scholier naar medisch manager
Voordat Esther startte aan haar studie geneeskunde, moest ze een keuze maken tussen de universiteiten. In Utrecht kon ze met haar nichtje meelopen en na het overwegen van alle steden, sprak Utrecht haar het meeste aan. “Ik merkte dat ik het heel fijn vond dat daar in jaar drie al coschappen worden gelopen. Ik ben niet iemand die eerst een gebruiksaanwijzing leest en dan aan de slag gaat met iets nieuws; ik zie graag eerst de praktijk, om te weten waar ik het voor doe. Daarna ga ik met meer plezier de leerboeken in.”
Zodoende begon Esther haar studie in Utrecht, die ze vlot doorliep. Een halfjaar als ANIOS volgde, waarna ze in opleiding kwam tot klinisch geriater. De specialisatie bestond uit twee jaar interne geneeskunde, twee jaar geriatrie, negen maanden ouderenpsychiatrie en drie maanden neurologie. In die tijd kon het bij de interne geneeskunde in het ziekenhuis waar ze werkte bijna niet anders dan fulltime werken in de opleiding – de eerste AIOS die parttime werkte, startte tegelijk, maar dat vereiste veel voorbereiding en geregel. Later in de opleiding werd Esther gatenvuller voor de parttimers. “Dat maakte wel dat ik heel flexibel werd. De ene dag deed je consulten, de andere dag sta je weer op de afdeling. Die afwisseling maakte het ook erg leuk.” Voor de opleiding wisselde Esther academisch ziekenhuis af met perifere ziekenhuizen. Het verschil? “Vooral de consulten zijn anders. In academische ziekenhuizen heb je een voorgeschiedenis van niertransplantaties en dat soort dingen, bijzondere therapieën en zeldzame tumoren.”
Na de opleiding – waar ze zo doorheen rolde – besloot ze te starten waar ze haar opleiding eindigde: in Den Bosch. Anderhalf jaar later had ze zichzelf bewezen en kreeg ze de rol van medisch manager erbij, eerder dan ze gedacht had. “Je bent als medisch manager niet alleen bezig met de zorg voor de patiënten, maar ook met het organiseren van de zorg. Hoe maak je de werkdruk behapbaar voor je collega's? Hoe zorg je ervoor dat er voldoende personeel is en dat de kwaliteit van zorg behouden blijft of verbetert?” Esther heeft dit 6,5 jaar gedaan, toen het tijd was voor iemand anders. “Toch ga ik straks in juni nog een halfjaar terug in deze functie, omdat de huidige medisch manager met verlof gaat.” Wat dus begon met passie voor de patiëntenzorg, breidde zich over de jaren heen uit naar een brede inzet voor haar vakgebied.
Bestuursfuncties
Esther was al vroeg in haar carrière actief in bestuursfuncties. Toen ze als arts in opleiding werkzaam was, besloot ze zich in te zetten voor de Vereniging voor Klinische Geriatrie junior (jNVKG). Ze werd hier secretaris en later switchte ze naar voorzitter. Daarmee zat ze als afgevaardigde bij vergaderingen van het bestuur van de NVKG. “Ik zag de voorzitters van het NVKG als voorbeelden. Ze wisten veel van organisatiekunde en hoe daarmee om te gaan én waren betrokken bij hun vak”. Onder andere dankzij die voorbeelden lukte het Esther om zelf ook de rol van voorzitter te mogen bekleden. “Ik had vroeger nooit gedacht dat ik bestuurswerk zou doen, maar ik ben er echt in gegroeid,” zegt Esther. “Je krijgt een heel andere kijk op het vak en de zorg. Wat is er nodig om de zorg beter te maken? Wat zijn de randvoorwaarden om het vak aantrekkelijk te houden voor toekomstige artsen?” Die laatste vraag kan ze meer uitgebreid beantwoorden door haar bijdrage aan het project Medisch Specialist 2035.
Medisch Specialist 2035
In haar rol als voorzitter van Medisch Specialist 2035 houdt Esther zich intensief bezig met het nadenken over hoe de zorg in Nederland toekomstbestendig kan blijven. Met een multidisciplinair, divers team beantwoordt ze vragen als: Wat zijn de grote thema’s die ons te wachten staan? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de zorg toegankelijk blijft voor iedereen die dat nodig heeft, ondanks de groeiende zorgvraag? En hoe zorgen we ervoor dat het vak van medisch specialist aantrekkelijk blijft, zodat we voldoende artsen kunnen opleiden voor de toekomst?
De antwoorden op deze vragen zijn van cruciaal belang, want met een toenemende zorgvraag en een beperkt aantal zorgprofessionals is het essentieel om samen na te denken over structurele oplossingen om de zorg toekomst bestendig te maken. Hierbij kan gekeken worden naar veranderingen in systemen, maar met dit perspectief moet er ook aandacht zijn voor het welzijn van de zorgprofessionals zelf. “De generatie van nu staat veel meer stil bij het gezond en vitaal blijven, een leven hebben buiten de zorgtaken. Het is nieuw in deze visie dat ook voor dat stukje eigen welzijn aandacht is. Daarbij hebben we ook een deel maatschappelijke verantwoordelijkheid opgenomen in deze visie, omdat dat meer dan ooit de kern raakt van het denken en werken. We hebben echt een rol in de maatschappij, dat moge duidelijk zijn.”
Gesprekken over deze visie zijn het afgelopen jaar gevoerd met meer dan 2.500 mensen, en de ontwikkelde visies en plannen zullen officieel gepresenteerd worden op het lustrumcongres van de Federatie Medisch Specialisten op 19 juni.
“We hebben nu echt een beweging op gang gebracht met Medisch Specialist 2035. Je merkt dat iedereen daar samen de schouders onder wil zetten. We zien nu al dat wetenschappelijke verengingen de thema’s opnemen in hun eigen meerjaren visies. Ik hoop echt dat daar een vervolg aan komt, dat het momentum gepakt wordt om door te gaan. Dat ligt niet bij mij, maar ik hoop dat men daar wel goed mee verder gaat.” Met het project dat in juni afloopt, hoopt Esther dus de zorg in Nederland te kunnen verbeteren. Daarnaast is ze ook op persoonlijk vlak gegroeid.
Groeien door vertrouwen en samenwerking
Als ik vraag of ze tijdens haar opleiding gedacht had dat ze deze bestuursfuncties nu zou bekleden, zegt Esther eerlijk dat ze dat niet had voorzien. “Maar dat is ook wel een beetje vrouw eigen, denken dat je ergens nog niet goed genoeg voor bent. Mannen zeggen vaak dat ze het wel kunnen doen, waar vrouwen liever nog even dit en dat doen voor ze erin duiken. Wat we ons te weinig beseffen is dat we al veel mooie eigenschappen in huis hebben. Of we durven niet te zeggen dat we het wel kunnen, omdat we er niet zeker genoeg van zijn. Bij leren hoort ook fouten maken. Niet alles hoeft perfect, als het maar uit de goede intenties komt, bijvoorbeeld in mijn geval om de zorg beter te maken. En als je ergens voor gevraagd wordt, vindt men ook dat je het kan. Daar moet je dan maar gewoon op vertrouwen en in gaan geloven!”
Met een aantal gevolgde management- en leiderschapscursussen en gaandeweg meer ervaring heeft Esther zich ontwikkeld als voorzitter. “Wat ik zeker heb geleerd is dat je goede mensen om je heen moet verzamelen bij wie je terecht kan, maar die ook passie en capaciteiten hebben.” Wat ze dan het leukste vindt aan de voorzittersfunctie? “Ik vind niets leuker dan de mensen die in hun kracht staan een podium te geven en ze te zien en laten groeien. Met iedereen in zijn/haar kracht wordt je project snel een olievlek waarmee je meer kan bereiken.”
Aanwas van nieuwe specialisten
Dat liefde voor je vak belangrijk is, blijkt ook uit haar zorgen omtrent de instroom van nieuwe specialisten. Geriatrie is op dit moment nog een vrouwenvak, vol met powervrouwen. Waar een powervrouw aan moet voldoen? “Passie voor haar vak, dat uitstralen naar de wereld om je heen en goed zijn voor het team om je heen. En zelf weten waar je voor staat.” Eigenlijk dus precies Esther!
Er komen wel steeds meer mannen in het vak, wat goed is voor de balans. Toch weet lang niet iedereen van deze waardevolle specialisatie af, omdat geriatrie slechts op de helft van alle faculteiten in Nederland een verplicht coschap is. Een deel daarvan kan dat ook doen in een verpleeghuis, dus meer dan de helft komt niet met dit vak in aanraking en dat baart Esther zorgen. “Als je kijkt naar wat er op ons af gaat komen met de vergrijzing van het land, dan moet je ook als neuroloog, cardioloog of orthopeed verstand van hebben van ouderengeneeskunde. Iedereen gaat te maken krijgen met ouderen, kinderarts en verloskunde nagelaten. Het is heel gek als je er dan geen verstand van hebt, omdat je bijvoorbeeld geen coschap geriatrie hebt gelopen.” Specialisten binnen de ouderengeneeskunde pleiten voor de verplichting van dit coschap. Onbekend maakt namelijk onbemind. Daarbij is het ook tijd om meer geriaters op te leiden en banen te bieden: “Het topje van de ijsberg complexe patiënten neemt toe met de vergrijzing. Het probleem dat er dan ligt is dat er geen budget is vanuit hogerop voor meer geriaters. Dat betekent dat als er een extra geriater bijkomt in een ziekenhuis, dat er ergens anders iemand weg moet. Helaas levert dat nog weleens een interne strijd op, waarbij de geriaters in loondienst vaker aan het korte eind trekken."
Kwaliteiten van een klinisch geriater
Geïnteresseerd in de mens, het leuk vinden om complexe puzzels op te lossen, een overzicht creëren in een grote hoeveelheid info, pragmatisch zijn in wat je gaat doen en weten wanneer te stoppen. Dat zijn volgens Esther de belangrijkste eigenschappen die je moet bezitten om geriater te worden. Daarnaast moet je natuurlijk ook een teamspeler zijn, want niet alleen op de afdeling moet overlegd worden over de behandeling van een patiënt, ook met de patiënt zelf en de mantelzorgers moeten goede gesprekken plaatsvinden. Sociaal vaardig zijn is daarbij wel echt een must. “Met een team capabele mensen bereik je zo de zorg die we moeten leveren: persoonsgericht en waarde toevoegend. Ik zou willen dat er altijd naar mij gekeken wordt zoals wij naar de patiënten kijken, met aandacht voor de mens en alles eromheen.”
Combinatie van werk en privé
Met haar klinisch werk, bestuurswerk voor de NVKG en een werkdag voor de Medisch Specialist is Esthers week zo gevuld. Daarnaast heeft ze ook nog een man en twee kinderen, op wie ze het meest trots is. Hoe krijg je dat gecombineerd? “Het is soms inderdaad druk, maar iedere zondagavond pakken we de familieplanner erbij en nemen we de komende twee weken door. Van vergaderingen tot oppas voor de kinderen.” Hierbij is het een voordeel dat ze een landelijke bestuursfunctie heeft, vanwege de flexibiliteit: “Ik kan de kinderen naar school brengen en dan starten aan de vergaderingen, terwijl ik voor een dag in het ziekenhuis van 7 tot 7 weg ben.” Daar staat natuurlijk wel tegenover dat er wat meer vergaderingen in de avonden zijn. Maar het weekend houdt ze – op wat diensten na – vrij, dat is voor de kinderen. “Ik kan dan op dinsdag al uitkijken naar de zaterdag waarop ik aan de lijn sta te kijken naar mijn kinderen die genieten van hun voetbalspel. Lekker buiten, even focus op hen.” Zelf sport Esther ook graag, maar dat plannen kan soms lastig zijn. De oplossing: “Als ik een drukke week heb, ga ik van 6 tot 7 ’s ochtends sporten. Dan rijd ik daarna door naar het JBZ om te douchen en mijn dag te starten. Thuis hebben ze daar geen last van, want ze liggen dan toch nog te slapen!”
Tips voor de toekomstige specialisten
Als er iets is wat Esther de jonge artsen mee zou willen geven, is het om je brede blik te creëren en te behouden. Ook als je al vanaf moment 1 weet wat je wil worden, helpt een brede blik je veel te leren. “Als je open staat om ook van andere specialismes wat te leren, komen er veel leermomenten op je pad en kan je overal wat meepakken.”
Aan vrouwen in het bijzonder wil Esther meegeven: “Ga uit van je eigen kracht en wat je allemaal kan, dat mag echt. Aldoende leer je. Doen, leren, innoveren, durf daarvoor te gaan. En onthoud natuurlijk dat we allemaal een prachtig vak hebben. Als je vanuit je passie daarvoor handelt, krijg je er ook energie van. Kijk waar jij energie uithaalt, en ook zeker waar je energie aan kwijtraakt.”
Op dit moment zit Esther in een fase dat ze van zichzelf weet wat ze wel en niet kan en leuk vindt. “Dat is een hele fijne positie om in te zitten.”
Favoriete hakken
Wie denkt dat passie en stijl niet samengaan, heeft Esther nog niet ontmoet! Ik hoef niet eens te vragen naar de favoriete hakken van Esther. Nog voor ik het door heb, staan we in haar kledingkast en showt ze me al haar hakken. Tientallen. “Ik loop dus altijd op hakken, behalve aan het voetbalveld dan. Pumps, laarsjes, van alles wat. Het leuke is dat patiënten dan ook zeggen dat ze me al hoorden aankomen. Of ze vragen welke kleur het vandaag weer is geworden.” Het aanwijzen van een favoriet is dan ook erg lastig voor haar.
“De roze zijn zo mooi en hebben zo’n leuke kleur, dat zijn voor nu mijn favorieten! Ik heb ze op de geriatriedagen van dit jaar aangehad. Hoewel ik gewend ben om, ook in het ziekenhuis, altijd op hakken te lopen, was ik toch blij dat ik deze na een dag geriatriedagen ’s avonds uit mocht trekken!”


Reactie schrijven
Ineke Eshuis (woensdag, 21 mei 2025 16:46)
Wat ben je een topvrouw!